Rond deze tijd van het jaar zien we (jammer genoeg) opnieuw veel moederloze kittens. In de meeste gevallen gaat het om kittens die nog volledig afhankelijk zijn van de moederpoes. Door omstandigheden zoals sterfte of afstoting van de kattin, tot het gewoonweg dumpen van ongewenste kittens. Wie zo’n katje wil redden heeft baat bij enkele cruciale tips, die kunnen verkregen worden via uw dierenarts of de assistent. Het is steeds aangeraden om langs te gaan bij uw dierenarts om te controleren of het katje in goede gezondheid verkeert. We zullen u met veel plezier alle nodige en uitgebreide informatie verstrekken en u de nodige handelingen aanleren, zodoende u voldoende weet over het grootbrengen van moederloze kittens.
Allereerst is het op peil houden van de lichaamstemperatuur van vitaal belang daar kittens dit in de eerste levensweek moeilijk zelf kunnen. Houd daarom de temperatuur in de directe omgeving goed in de gaten. Bij het niet verwezenlijken van een optimale temperatuur gaat er te veel energie naar de lichaamswarmte en niet naar de groei, waardoor ze uiteindelijk zullen verzwakken met zelfs sterfte tot gevolg.
Het is uit den boze om koemelk of andere melk te geven, omdat deze niet voldoen aan de specifieke behoeften van jonge katjes. Het is belangrijk om speciale melk te voorzien (verkrijgbaar bij uw dierenarts).
Het aantal melkgiften per dag is afhankelijk van de ouderdom, gewicht, de toestand en leeftijd van de kittens. Elk katje heeft met andere woorden zijn/haar eigen specifieke behoefte. Houd het gewicht van de kittens goed in de gaten. Weeg hen dagelijks, ze moeten elke dag in gewicht toenemen. Niet bijkomen of gewicht verliezen wijst op onvoldoende melkopname en het katje zal snel achteruit gaan. Als verzorger is het ook belangrijk om de darmwerking en bloedsomloop te stimuleren, alsook de blaas te legen. Dit kunnen de katjes namelijk nog niet zelf. Deze taak wordt normaliter door de moederpoes uitgevoerd. Het is pas na een 5-6 tal weken dat de katjes zelfstandig hun behoeftes leren doen en aan de kattenbak kunnen wennen.
Wanneer het katje groot genoeg is mag het zijn eerste ontwormings- en ontvlooiingspipetje krijgen. Opletten met het gebruik hiervan, een juiste dosering is vereist. Vraag hierbij steeds raad aan uw dierenarts want overdosering kan nare gevolgen hebben.
Naargelang de leeftijd van de katjes, kunnen we ze in fases onderverdelen. In de eerste fase zijn ze volledig afhankelijk van de moederpoes. Pas na een kleine 2 weken gaan de oogjes langzaamaan open. Bij sommige kittens openen ze zich niet helemaal of verkleven ze. Vaak wordt dit door een oogontsteking veroorzaakt of door een afwijking aan de oogjes. Om dit uit te sluiten ga je best even langs bij uw dierenarts. Vanaf de leeftijd van 3 weken begint er meer kracht in de pootjes te komen en komen de eerste tandjes erdoor. Eens de kittens een 5 tal weken oud zijn, mag er naast de kittenmelk ook korrels gegeven worden. Dit gaat uiteraard stap per stap.
In de socialisatiefase is het belangrijk om de katjes met allerhande zaken kennis te laten maken en ze eraan te laten wennen. Dit voorkomt problemen op latere leeftijd. hierover kan meer uitleg gegeven worden, indien gewenst. Ons advies is om de katjes niet voor 8 – 9 weken naar hun nieuwe thuis te laten gaan. In die laatste periode leren ze immers nog enorm veel bij.
Wanneer is de hulp van de dierenarts nodig?
Het verkrijgen van uitgebreide informatie;
bij onvoldoende groei van de kittens;
indien er sterfte is onder de kittens;
de katjes doen hun behoefte niet;
ze worden slomer;
een te zwakke zuigreflex;
voor hun ontworming, vaccinatie (en chip);
bij eender welke vraag mag u contact opnemen.